Nieuwsbericht

Opknapbeurt dorpshuis ter discussie door motie  

De spreekwoordelijke inkt van onze nieuwste dorpskrant is nog nat, maar de inhoud ervan is al achterhaald. Althans, een deel ervan. Afgelopen week schreven we nog dat na de zomer gestart wordt met een opknapbeurt van het dorpshuis, om de levensduur met zo’n zeven jaar te verlengen. Een aangenomen motie bracht daar afgelopen donderdag echter weer verandering in: De Lier moet nu geen zeven maar tien jaar overeind blijven, en wat daarvoor nodig is wordt eerst verder onderzocht.  

Het leek erop dat alles in kannen en kruiken was. Na een lange periode van onzekerheid en politiek getouwtrek, werd medio april bekend dat de gemeente een bedrag van ruim 700.000 euro uittrekt voor instandhouding van De Lier. Het college kon daartoe beslissen omdat het bedrag betaald zou worden uit een krediet dat eerder door de raad beschikbaar werd gesteld. Dossier voorlopig gesloten, zou je denken. Ware het niet dat Welzijn Druten, Sociaal Maas en Waal en Kernachtig Druten de hoogte van het bedrag – in verhouding tot de relatief korte instandhoudingstermijn – niet uitlegbaar achtten aan de inwoners van de gemeente, mede door de steeds verslechterende financiële vooruitzichten van Druten.  

Welzijn Druten en Sociaal Maas en Waal dienden om die reden een gezamenlijke motie in om de periode ‘van 6 tot 8 jaar’ op te rekken naar ‘12 tot 14 jaar’. Fractievoorzitter Haci Aslan (Welzijn Druten) – die in zijn betoog regelmatig benadrukte dat De Lier volgens zijn partij wel degelijk aandacht verdiende – stelde, gesteund door oppositiegenoot Carl Dolmans van Sociaal Maas en Waal, dat de levensduur van het dorpshuis met een dergelijke investering (ruim 700.000 euro, red.) met zeker 12 tot 14 jaar verlengd kon worden. Op de vraag van Ramon Postulart, fractievoorzitter van Dorpslijst Puiflijk Druten-Zuid, of hij die aanname ook technisch kon onderbouwen, kwam geen sluitend antwoord. Verder werd door de oppositiepartijen opgeroepen om “de aankomende tien jaar geen tijd, energie en (ambtelijke) capaciteit te steken in het scenario nieuwbouw De Lier.” 

Terug naar de tekentafel
Na een lange schorsing, waarin de verschillende partijen zich beraadden over het onderwerp, kreeg de motie uiteindelijk steun van Kernachtig Druten, op voorwaarde dat de termijn werd vastgesteld op 10 jaar. Daarnaast werd afgesproken dat eerst de bouwkundige en technische haalbaarheid moet worden verkend, en dat de eventuele financiële consequenties inzichtelijk gemaakt worden. Kort na het zomerreces moeten de resultaten daarvan in een informatienota aan de raad worden aangeboden. De aangepaste motie werd vervolgens in meerderheid aangenomen; alleen de Dorpslijsten stemden tegen. En dus werd het college opnieuw terug naar de tekentafel gestuurd. 

De uitkomst leidde zichtbaar tot zorgen bij verantwoordelijk wethouder Gérard de Wildt, die aangaf “het bestuur van De Lier niet meer onder ogen te durven komen” en hamerde op het vertrouwen van de inwoners van Puiflijk in de lokale politiek. Verder weerlegde hij de stelling van Haci Aslan dat instandhouding van De Lier voor slechts zeven jaar “kapitaalvernietiging” zou zijn, door te spreken van een “investering in de leefbaarheid van Puiflijk.” Het op peil houden van die leefbaarheid kende, volgens de wethouder, al de nodige uitdaging als gevolg van de eerdere sluiting van de Johannes de Doperkerk en het verdwijnen van Zaal de Linde.  

Dorpslijsten hekelen besluit
Ramon Postulart liet na afloop, bij monde van de Dorpslijsten, weten het besluit van zijn collega-raadsleden te hekelen. “Als fractie balen wij van deze houding van de raad en het stoort ons dat er nog steeds geen verantwoordelijkheid genomen wordt. Opnieuw is er geen besluitvorming en wederom wordt het dorpshuisbestuur en het college gevraagd aanvullend onderzoek te doen. Daarbij loopt men het risico dat meer kosten gemoeid zijn met de instandhouding, waardoor we misschien wel op hetzelfde afschrijvingsbedrag uitkomen, met uiteindelijk niets meer dan vertraging tot gevolg.” 

Het dorpshuisbestuur laat weten teleurgesteld te zijn in de gang van zaken. “Met de wethouder zijn de afgelopen periode enkel constructieve overleggen gevoerd. Dat de meerderheid van de raad vervolgens voor het collegebesluit gaat liggen frustreert ons”, zegt voorzitter Frans Kaart. Ook zet men vraagtekens bij de redenatie van enkele raadsleden dat de benodigde investering in zeven jaar wordt afgeschreven. “In dit bedrag is namelijk ook een aanzienlijke post opgenomen voor achterstallig onderhoud. Dat is geen afschrijving in de toekomst, maar een last die de afgelopen jaren is uitgesteld”, aldus penningmeester Berto Buis. “Het lijkt het erop of men vergeet dat, sinds De Lier op de politieke agenda staat, er geen euro meer in het gebouw gestoken is. Dat het pand inmiddels om meer vraagt dan een likje verf, is naar onze mening dan ook deels te wijten aan het feit dat de raad een besluit over de toekomst van De Lier alsmaar op de lange baan schuift. Als er in de afgelopen jaren regulier onderhoud was gepleegd, dan was het bedrag van ruim zeven ton substantieel lager uitgevallen.” 

Het lijkt er dus op dat de droom van veel inwoners van Puiflijk langzaamaan vervaagd. Toch laat het dorpshuisbestuur zich niet uit het veld slaan: “We zullen alles in het werk blijven stellen om te zorgen voor een toekomstbestendige dorpshuisvoorziening in Puiflijk. Al vraagt de algehele gang van zaken rond dit dossier, evenals de verschillende (nieuwe) factoren die meespelen, om bezinning. De komende periode zullen we dan ook gebruiken om met elkaar in gesprek te gaan.”