Nieuwsbericht

Zussen Van Puijfelik op zoek naar hun roots

Ze zagen het levenslicht in Tilburg, maar zijn toch van Puiflijk; Puijfelik om precies te zijn. Althans, hun voorvaderen waren dat. De zussen Wil (70) en Mirjam (64) zijn verre nazaten van de Van Puijfeliks, een vooraanstaande familie die rond de late middeleeuwen in ons dorp leefde. Wij spraken de zussen over de zoektocht naar hun roots. Een boeiend gesprek aan de keukentafel in, hoe kan het ook anders, Puiflijk.

Oudste zus Wil is overgekomen uit Frankrijk, waar ze sinds haar pensionering woont. „Voor mij voelt dit als een stad”, vertelt ze terwijl ze in de Kerkstraat om zich heen kijkt. Afgezet tegen haar woonplaats Neuville-Day, een Ardens gehucht met amper 23 inwoners in de Franse regio Grand Est, blijkt ons dorp ineens van een behoorlijke omvang. Jongste zus Mirjam woont sinds 2019 in Wijchen en maakte daardoor kennis met Puiflijk. Zo dichtbij, daar moest zij meer van weten.

De zussen zijn beiden zichtbaar onder de indruk van de schoonheid van ons dorp. Van de ruimte, het groen en de rust. Hoe anders was dat in hun geboortestad, waar ze opgroeiden in de jaren 60 en 70, midden in het rumoerige centrum. „Tilburg was destijds het kloppend hart van de Brabantse textielindustrie”, memoreert Mirjam. „Onze vader werkte er als getouwsteller in één van de vele wollenstoffenfabrieken. Hij trad daarmee in de voetsporen van zijn eigen vader, die wever van beroep was.” Even gebruikelijk als het feit dat vele Tilburgse families van generatie op generatie actief waren in de textielnijverheid, was dat medewerkers indertijd een woning van de fabrikant huurden. Zo ook het gezin Van Puijfelik.

Zussen Wil (links) en Mirjam (rechts) met hun grootouders Willem van Puijfelik en Marie van Rijswijk (zittend) en hun ouders Jos van Puijfelik en Jeanne van Iersel. Foto gemaakt ter gelegenheid van het 50-jarig huwelijk van Willem en Marie op 14 mei 1969.

Goede basis
Het relatief eenvoudige bestaan van hun grootouders werd gekenmerkt door hard werken. Het leven van de zussen was derhalve prettig; er waren vakanties en voldoende mogelijkheden om te studeren. De wijk waarin ze woonden, met eigen kerk en school, behoorde bovendien tot een parochie waar ook veel middenstanders lid van waren. „Daardoor groeiden we op in een goede en gemêleerde buurt”, vervolgt Mirjam. „Onze vader was overigens zelf ook geen domme man”, merkt ze op. „Hij volgde verschillende avondopleidingen en werkte zich stapsgewijs op. Toen de textielindustrie medio jaren 60 teloorging en talloze Tilburgers op straat kwamen te staan, wist pa het hoofd boven water te houden en kreeg hij de kans om de woning waarin we woonden te kopen. Alles om ons een goede basis te geven.”

Dat strijdbare karakter hebben alle Van Puijfeliks gemeen, zo weet Wil. „Net als een zekere eigenzinnigheid en dominantie.” Haar grootouders waren bovendien vooruitstrevende mensen. Iets dat best bijzonder was in een tijd dat de macht van de kerk en de rijke industriëlen het leven in het katholieke zuiden grotendeels bepaalde. „Onze vader was bijvoorbeeld enig kind; een welbewuste keuze van onze opa en oma, die geen groot gezin in armoede wilden grootbrengen. De nadrukkelijke mening die ‘meneer pastoor’ daarover was toegedaan kon hen niets schelen.”

Bewust van de herkomst van hun achternaam is de familie zich volgens de zussen echter nooit geweest. „Daar hebben we het thuis simpelweg nooit over gehad”, vertelt Mirjam, „al wist onze vader volgens mij wel van het bestaan van het dorp Puiflijk.” Verwonderlijk is dat natuurlijk niet. Tig Nederlandse familienamen zijn immers afgeleid van plaatsnamen, die al dan niet in de loop der jaren werden verbasterd. Bovendien was de familie al generatieslang geworteld in Tilburg en krioelde het – zo komen we te weten – in Midden-Brabant van de ‘Van Puijfeliks’. „Overigens is dat tegenwoordig wel anders”, vervolgt Wil. „Het vrouwelijke geslacht overheerst namelijk in de familie en dus wordt de naam vrijwel niet meer doorgegeven. Ook bij ons loopt de lijn dood.”

Trouwakte
Wat wel nog altijd wordt doorgegeven, is een vergeeld maar verder puntgaaf papier. „Een trouwakte om precies te zijn”, vertelt Wil, terwijl ze de sierlijke handgeschreven tekst hardop lezend ontcijfert. ‘Francis van Puijffelick, meerderjarig jong man, geboren en wonende alhier (in Tilburg, red.) trouwt in 1801 met Petronella Luijten uit Hilvarenbeek met schriftelijk consent van hare moeder’, zo blijkt uit het bewaard gebleven geschrift dat zij, volgens de traditie, als oudste kind van haar vader kreeg. Het document wakkerde haar interesse in de familiegeschiedenis aan en vormde de start van een zoektocht naar de herkomst van haar voorouders in vaders lijn.

De bewaard gebleven trouwakte.

Het geboorteregister van ’t Heike, een voormalig buurtschap in het huidige centrum van Tilburg en de gelijknamige parochie waartoe de oudste nu nog bestaande kerk van de stad behoort, bood uitkomst. „De Van Puijfeliks bleken honkvast, want ik bracht onze stamboom met behulp van dat ene archief binnen no-time in kaart, tot aan de 17de eeuw. Over de tijd daarvoor is jammer genoeg weinig bekend.” In een regionaal archief stuitte ze nog wel op documenten die enkele vermoedelijke voorvaderen beschrijven. „Met onder andere religieuze mensen die indertijd in Oost-Brabant woonden. Onder hen ook een procurator, zeg maar de administrateur, van klooster St. Agatha in de Gemeente Cuijk.” Mogelijk waren dergelijke functies binnen de katholieke kerk ooit de reden dat (een deel van) de Van Puijfeliks ons dorp verlieten. Hoe men uiteindelijk in Brabant is neergestreken blijft tot op de dag van vandaag echter een raadsel.

Eeuwenoude grafsteen

Toch is er nog best het een en ander bekend over de tijd dat de Van Puijfeliks op en rond de Hucht woonden. Die informatie kwamen de zussen ook op het spoor, aan de hand van een anekdote over het onfortuinlijke lot van een eeuwenoude grafsteen die werd gevonden bij de Oude Toren. De zerk uit het jaar 1569, herinnerend aan het echtpaar Hendrik van Puflick en Merry van Mekeren, raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog ernstig beschadigd. Pas in 1972 werden de brokstukken verzameld voor herstel, maar daarvan zou het nooit komen. In 1980 werden de fragmenten per abuis als puin afgevoerd en verwerkt in een geluidswal.

Het opmerkelijke voorval staat eveneens omschreven in het boek Mensen op de Hucht dat Cor van den Heuvel over Puiflijk schreef. De zussen zien het boek tijdens ons gesprek voor het eerst en zijn zichtbaar trots op de vermelding van deze en andere wetenswaardigheden over hun vermoedelijke voorvaderen. „Eigenlijk zou ik hier gewoon moeten komen wonen”, concludeert Mirjam bij het zien van de publicatie. „Dan heb ik een wel heel bijzonder naambordje bij mijn voordeur hangen.” Of dat er ooit van komt betwijfelt ze niet lang daarna. „Maar ik denk wel dat ik het dorp na vandaag nog eens vaker ga bezoeken”, besluit ze tot slot enthousiast. Dat weten wij na een korte rondwandeling door Puiflijk inmiddels wel zeker.

Een stukje achtergrond…
Veel is er niet bekend over het middeleeuwse Puiflijk, laat staan over haar bewoners. Toch wist Cor van den Heuvel voor zijn boek Mensen op de Hucht een aantal interessante wetenswaardigheden bloot te leggen.

Zo ontdekte hij dat het geslacht Van Puiflijk – hoe dan ook geschreven – relatief eenvoudig was en de leden in feite meer rijke boeren waren, dan machthebbende heren. De auteur kwam verder te weten dat ons dorp indertijd simpelweg te klein was om alle Van Puiflijks van een stuk grond in de heerlijkheid te voorzien.

Hoeve ‘Darup’ was het stamhuis van de Van Puiflijks. Het was indertijd de oudste hoeve van ons dorp en deze zou gestaan kunnen hebben daar waar nu de Torensingel is. Andere leden van de familie resideerden op de hoeve ‘Opte Holte’, ook wel ‘Het Holt’ genoemd. Die hoeve stond op de plek waar familie Van der Zandt woont, aan de Noord-Zuid 2.

De laatste Van Puiflijks die ons dorp bewoonden waren Hendrik van Puflick en zijn vrouw Merry van Mekeren. Zij leefden en stierven op ‘Opte Holte’ en het was hun grafzerk die vele eeuwen later werd teruggevonden en per abuis vernietigd werd.

Of en hoe de zussen Van Puijfelik precies met deze naamgenoten uit een ver verleden verwant zijn is lastig te zeggen. Iets dat wordt bemoeilijkt door de talloze schrijfwijzen die in de loop der tijd gehanteerd werden. Zo komen we in verschillende archieven onder meer ‘Van Puffelick’, ‘Von Puffelick’, ‘Van Puiflijck’ en ‘Van Puyffelijck’ tegen.

Een andere, meer voorkomende naam die zijn oorsprong vindt in ons dorp is ‘Van Puffelen’. Komt u ooit iemand tegen met die achternaam, dan kunt u vanaf nu trots vertellen dat u op de geboortegrond van één van zijn of haar voorouders woont.