Nieuwsbericht

Op het stembureau

Het rode potlood kan weer geslepen worden, deze week zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Wij vroegen ons af hoe zo’n dagje op het stembureau eruitziet.

„Nou, dagje, maak er maar een héél lange dag van”, zo vertelt Arie van de Geijn, die al vele keren het stembureau in Puiflijk mede heeft bemenst.

„Bovendien was het meer dan een dag. De avond ervoor begon het al met het inrichten, zodra de activiteiten in het dorpshuis beëindigd waren. Op de dag zelf, even voor half acht, zijn de eerste mensen er al, voor ze naar het werk gaan. Na half negen wordt het wat rustiger.”

Arie werd in 1982 voor het eerst ingedeeld op een stembureau. Dat was toen aan de Koekoek – waar nu het parkje ligt – in de barakken, de voorloper van De Doorkijk. Daarna kwam al vrij snel De Lier in beeld. Geert van den Hazelkamp was daar vele stemjaren de voorzitter, hij leerde Arie de fijne kneepjes van het vak. Het waren lange, maar zeker ook leuke dagen. Met alle nieuwtjes en roddels uit het dorp, achter en voor de tafel, was de altijd wat rustige voormiddag al snel voorbij. Tot zo’n tien jaar geleden werd door Antoon Mulders op de stembureaus een maaltijd gebracht. Dat werd Heuvel 1 te kostbaar, nu moeten ze zelf brood smeren.

Dropjes
Rond het middaguur wordt het weer wat drukker met ouders en hun kinderen. Die kinderen komen ook graag mee naar het stembureau, maar dat kan ook aan de altijd voorradige dropjes en snoepjes gelegen hebben. Ook dat was zo’n stembustraditie van Geert van den Hazelkamp.

Vanaf vijf uur neemt de drukte toe, en tussen half zeven en acht is het de drukste periode van de dag. „Het scheelt nu wel dat we tot negen uur open zijn, zodat mensen vanaf hun werk niet in die drukke tijd hoeven te komen. Iedereen kent iedereen en je weet vaak van tevoren met welke grappen ze aankomen. Je speelt erop in of je bent ze voor. Soms hoorde je bepaalde stemmers al van ver aankomen, lachen als je dan met de stembureauleden een gezamenlijke reactie kon afspreken. En als mensen in het stemhokje hardop hun politieke voorkeur uitmeten zorgt dat natuurlijk voor de nodige hilariteit.”

Kende me nie?
Vervelend vond Arie de later benodigde legitimatieplicht. Zeker als je iedereen kent is het overbodig om naar de legitimatie te vragen. ‘Hèè ge kent me toch wel’, hoor je dan vaak, waarop hij dan maar zei ‘ja, dà is het, dùrrùm zou ik toch wel graag jouw paspoort zien.’ Gelukkig is dat nu vanzelfsprekend. Prachtige voorvallen zijn er natuurlijk ook, zoals die Surinaamse dame die vroeg of de stembureauleden niets te eten hadden. Een uurtje later stonden er twee tassen met heerlijke warme Surinaamse snacks. Of zoals bij de laatste verkiezingen, toen de groep bij het tellen verrast werd met stapels pannenkoeken van de Sprookjeshof.

En dan eindigt om negen uur een lange dag stemmen, maar is het voor de stembureauleden nog niet klaar. De tellers zijn dan ook binnen en klokslag negen uur gaat de stembus op de kop en zit iedereen op de grond om de biljetten uit te vouwen, te sorteren en te tellen. De eerste resultaten gaan per telefoon naar het gemeentehuis. Na controle en het kloppen van de aantallen worden de stemmen per lijst en persoon op het proces-verbaal ingevuld. Arie brengt zelf alles naar het gemeentehuis waar nogmaals een controle plaatsvindt. En dan is zijn dag ten einde en kan hij, dik na middernacht, weer naar Puiflijk. Nog een drankje, even kijken op tv hoe het landelijk is gelopen, en als een blok in slaap vallen.

Zo ziet een ‘dagje’ op het stembureau er dus uit.