Nieuwsbericht

Vierdaagsekoorts heerst ook in Puiflijk

Wat is dat toch met die Vierdaagse. Voor menig wandelaar loopt de temperatuur vanaf de inschrijving in februari tot aan de werkelijke start op 16 juli almaar hoger op, tot het koortsachtige aan toe. Ook vanuit ons dorp rijdt menigeen in de Vierdaagseweek in alle vroegte naar het nog donkere Nijmegen om aan te sluiten in de startrij op de Wedren. Wat beweegt hen, hoe bereiden ze zich voor, vroegen wij aan enkelen. Ze zijn geen van allen beginnelingen, weten waar ze aan beginnen en allemaal hebben ze het over de geweldige sfeer. Er zijn er zelfs met een haat-liefdeverhouding met het wandelen, en toch gaan ze weer op pad.

Wally den Biessen loopt dit jaar voor de tiende keer, zijn jubileum. „Lang geleden heb ik als knaap ook al eens meegelopen”, vertelt hij. „Maar nu gaat het serieuzer. Als grap begon het, opgegeven door mijn kinderen en… ingeloot! Wandelen doe ik graag, het hele jaar door, ook de alternatieve Vierdaagse in de twee jaar toen het vanwege corona in Nijmegen niet mogelijk was. En nu mijn knie dat van mij vraagt loop ik de 30 kilometer. Wat er zo bijzonder is aan de Vierdaagse? Nou, je start in je eentje en binnen de kortste keren heb je overal contact. Wat een sfeertje onderweg, dat moet je meemaken om het te kunnen omschrijven.”

Stef van Leeuwen, die zijn elfde Vierdaagse gaat beleven, kan dat beamen. „Eigenlijk ben ik meer een hardloper. Marathons ooit, nu wat kortere afstanden. Maar ja, na mijn pensioen de 30 kilometer geprobeerd, en dan ben je verkocht. Daarna de uitdagingen van de 50 en 40 kilometer, nu vind ik die 30 een leuke afstand. Als je alleen loopt, loop je nooit alleen. Ik wandel nogal eens een stukje met een groepje mee, altijd heb je aanspraak. Vooraf loop ik wat marsen die in de omgeving georganiseerd worden, de avondvierdaagse bijvoorbeeld, en dat is mijn voorbereiding. De rest van het jaar toch maar liever het kortere hardloopwerk.”

Kennedymarsen
Voor Hans den Biesen begon zijn kennismaking met de Vierdaagse als begeleider van zijn dochter Loes. Drie keer liep hij samen met haar. Daarna ging Hans verder en is nu officieel aan zijn zesde deelname toe. „Mijn rug en knie beletten het hardlopen en het wandelen is een perfect alternatief. Ik ben er zo aan verknocht geraakt dat ik bij vele wandelevenementen aan de start sta. Zoals de Kennedymarsen, 80 kilometer, zo’n 15 tot 16 uur wandelen door de avond, de nacht en de morgen. Bijvoorbeeld in Waalwijk en omgeving, waar je van dorp naar dorp loopt. En overal is het feest, ook midden in de nacht. Dat lijkt echt op de Vierdaagsesfeer. Eigenlijk vind ik zo’n 80 kilometer aan een stuk leuker dan die vier Nijmeegse dagen. Het is kort en krachtig, nou ja, niet kort natuurlijk.”

„Dit jaar ga ik bij de Vierdaagse voor de 50 kilometer. Dat hoeft niet, maar ja die uitdaging.” En waarom? „Ja, waarom… de sfeer, gezelligheid, de aanspraak. Je loopt een half uurtje op met een al dan niet bekende, pakt daarna je eigen tempo weer op, en wég zijn de kilometers.”

Zomerfeesten
Johan Megens loopt komende zomer de Vierdaagse voor de achtste keer. Als vijftiger mag hij nu de 40 lopen en heeft zich aangesloten bij de al wat ervarener lopers Maarten Kasser en Harry Huisman. „Daarvoor heb ik al eens stiekem een dag meegelopen om de sfeer te proeven. En ik heb het wandelen ook een keer overgeslagen om naar de Zomerfeesten in de stad te gaan, maar dat beviel niet, dus toch maar weer dat lopen. Dat doen we trouwens met veel stopplaatsen. Overal is het genieten van de saamhorigheid, de vele contacten en gesprekken. Wij zijn altijd wat later terug op de Wedren, waar het iedere dag trouwens ook samen goed toeven is.” Johan bereidt zich goed voor op de Vierdaagse, vertelt hij. Vanaf januari wordt er wekelijks gelopen en tussendoor ook nog menig rondje Horssen of Waaldijk.

De redactie wenst alle Puiflijkse lopers veel plezier en succes! Het zijn er natuurlijk veel meer dan hier genoemd, en ongetwijfeld ook dames. Stuur ons een actiefoto van de komende Vierdaagse, dan blikken we er in onze online editie nog eens op terug.